ONS LICHAAM EEN WONING

 

Een huis heeft een treffende gelijkenis met het lichaam van een mens die in Christus gelooft. Als een mens in zijn zondenschuld de toevlucht tot de Heiland heeft genomen, en door het geloof zich één maakt met het offer op Golgotha, heeft dat een uitgebreide betekenis: zijn zondenschuld voor God is afgedaan doordat de Heer Jezus de aansprakelijkheid op zich nam, en de schuld uitboette; de machten van satan, zonde, en dood over die mens zijn verbroken doordat de Heer Jezus de verlossing bewerkte door zijn sterven; die voormalige zondaar is het eigendom geworden van de Heer die de hoge prijs van zijn eigen leven betaalde. De koop omvat ook het 'huis', het lichaam van die gelovige, en van elke ware gelovige!

Het huis heeft een nieuwe eigenaar gekregen. In de geïnspireerde brief, geadresseerd aan allen in elke plaats die de Naam aanroepen van onze Heer Jezus Christus, staat: "Weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u is, die u van God hebt en dat u niet van uzelf bent? Want u bent voor een prijs gekocht; verheerlijkt dan God in uw lichaam!" 1 Korintiërs 6: 19-20

De overdracht van dit eigendom berust op het feit dat de Heer Jezus Christus de hoge prijs ervoor heeft betaald; en brengt mee dat Hij in zijn rechten staat door Zijn Heilige Geest als medebewoner aan te wijzen, en door aan ons bepaalde verplichtingen op te leggen. Overigens komen wij deze verplichtingen van harte graag en onder de leiding van Zijn Geest, na!

Het huis wordt nu gebruikt ten nutte van de nieuwe Eigenaar. "Ik vermaan u dan broeders, door de ontfermingen van God, dat u uw lichamen stelt tot een levende offerande, heilig, God welbehaaglijk, uw redelijke dienst". Romeinen 12:1

Een goed voorbeeld van dit gebruik tot eer van de nieuwe Eigenaar geeft Paulus: " Volgens mijn ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal beschaamd worden; maar dat in alle vrijmoedigheid, gelijk te allen tijde, alzo ook nu, Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood. ". Filippenzen 1:20

En vanzelfsprekend kan de vorige eigenaar er niet meer over beschikken: “Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijke lichaam, om zijn begeerlijkheden te gehoorzamen! En stelt uw leden niet voor de zonde tot werktuigen van de ongerechtigheid. Want zoals u uw leden gesteld hebt in slavernij der ongerechtigheid, zo stelt nu uw leden in slavernij der gerechtigheid tot heiligheid". Romeinen 6:12,13,19

"Het lichaam is niet voor de hoererij, maar voor de Heer, en de Heer voor het lichaam''. Filippenzen 1:20

Het is een oud huis en het vertoont de gebreken daarvan. ''De schepping is aan de ijdelheid onderworpen, op hoop, dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij der verderfelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Want wij weten dat de ganse schepping tezamen zucht, en tezamen in barensnood is tot nu toe. En niet alleen zij, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, wij ook zelf zuchten in onszelf, verwachtende het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Romeinen 8:20-24

Maar honger of naaktheid of gevaar of zwaard, zal ons niet scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus onze Heer''. Romeinen 8: 35, 39

De wijze Salomo had ook al geschreven, en hij was daarbij geïnspireerd: “Eenzelfde lot treft de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en de reine, als ook de onreine; hem die offert en hem die niet offert”. Prediker 9:2

Miljoenen ware kinderen van God hebben in de verstreken eeuwen ziekten ervaren, en lichamelijke gebreken, en zijn gestorven. Niet één van die allen, niet één van ons, heeft een volmaakt lichaam ontvangen of is in leven gebleven! Maar wat een wonder van genade dat de Heilige Geest in dat oude huis wil wonen en het wil gebruiken!

Over enige tijd wordt dit oude huis vervangen door een nieuw. "Als de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, zo zal Hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook uw sterfelijke lichamen levend maken uithoofde van zijn Geest die in u woont". Romeinen 8:11

“Ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook als Heiland de Heer Jezus Christus verwachten, die het lichaam van onze vernedering zal veranderen tot gelijkvormigheid aan het lichaam van zijn heerlijkheid, naar de werking van de macht die Hij heeft om alle dingen aan zichzelf te onderwerpen'. Filippenzen 3:20,21

De tijd waarop wij die nieuwe woning zullen betrekken is bekend. "De Heer zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel, en met de bazuin van God, neerdalen van de hemel; de doden in Christus zullen eerst opstaan, daarna zullen wij, de levenden die overblijven, tezamen met hen in wolken opgenomen worden de Heer tegemoet in de lucht".1 Thessalonicenzen 4:16-17

In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. " 1 Korintiërs 15:52; 53

Wat de verlichting betreft schrijft Paulus: "De god van deze eeuw heeft de zinnen der ongelovigen verblind, opdat de lichtglans van het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heer, en onszelf als uw slaven om Jezus' wil. Want God die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen (zo ging het immers in Genesis.) heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God ín het aangezicht van Jezus Christus". 2 Korintiërs 4: 4-6

En Lukas: "De lamp van het lichaam is het oog; wanneer uw oog eenvoudig is, zo is ook uw gehele lichaam verlicht; maar als het boos is, is ook uw lichaam duister. Zie dan toe dat niet het licht dat in u is, duisternis is. Als uw gehele lichaam verlicht is, niet hebbende enig deel dat duister is, zo zal het geheel verlicht zijn, gelijk wanneer de lamp met haar schijnsel u verlicht”. Lukas 11:34

Wat een klaarheid geeft het als wij eenvoudig als een kind het evangelie aannemen, en de heerlijkheid van God leren kennen, en Christus Jezus als Heer erkennen, en als we het licht van de Heilige Schrift op en in onze “woning” toepassen!

De nieuwe woning waarin wij dan zullen verblijven is volmaakt! Wij ontvangen een gebouw van God, een huis niet met handen gemaakt, een eeuwig, in de hemelen. Als we opgewekt zijn is dat in onverderfelijkheid, in heerlijkheid, in kracht, met een geestelijk lichaam. Zoals we nu het beeld van de stoffelijke (Adam) dragen, zo zullen we dan het beeld van de hemelse dragen. Ons lichaam zal gelijkvormig zijn aan het verheerlijkte lichaam van de Heer Jezus. God heeft in zijn heerlijke raad besloten dat de Heer Jezus eeuwig vergezeld zal zijn door vele zonen, tot vergroting van de glorie van de Eniggeborene!

Wij verlangen daarom vurig met onze woning uit de hemel overkleed te worden! 2 Korintiërs 5: l, 1 Korintiërs 15:40-54, Filippenzen 3:21

De problemen van de oude woning zijn al genoemd: ziekten, gebreken, slijtage, sterfelijkheid. Voor mensen die bij Christus horen is het niet anders dan voor andere mensen, maar zij ervaren soms nog meer: mishandeling, gevangenschap, marteldood, om zijnentwille. Maar díe beproevende onaangename omstandigheden van de uitwendige mens bevorderen de geestelijke welstand! Tenminste bij gelovigen die zich niet op de zichtbare, tijdelijke dingen richten, maar op de onzichtbare eeuwige. Wij, die de haat van de wereld tegen de Heer Jezus ondervinden, weten dat geen haar van ons hoofd verloren zal gaan! Lukas 12:6-8 21:17v; Johannes 15:18v; Romeinen8:17v; 2 Korintiërs 4:7-18; 1 Thessalonicensen.5:23; 2 Timotheüs 2:8-10.

Uit de teksten die tot zover zijn aangehaald, en uit vele anderen, is duidelijk dat de gelovigen in Christus verlost zijn uit de machten van satan, zonde en dood; en dat de lichamen van de gelovigen gekocht zijn door de Heer Jezus, maar dat de verlossing van de lichamen uit de verderfelijkheid nog in de toekomst ligt.

Alle huizen zijn niet hetzelfde. Er zijn hemelse lichamen en aardse; een andere is de heerlijkheid van de hemelse en een andere die van de aardse. Dat verschil in heerlijkheid ligt vast in de plannen van de grote Architect. De Gemeente van de Heer Jezus heeft haar verblijf in de hemel, de leden ervan zijn uitverkoren vòòr de grondlegging van de wereld in Christus, zij zijn gezegend met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, en zij zullen daarom ook wat hun lichamen betreft, delen in de hemelse heerlijkheid. 1 Korintiërs 15:38v; Romeinen.11:29-36; Johannes.14:3; Efeze.1:3,4

Maar Israël zal in de toekomst, als het volk zich heeft bekeerd tot God en de Messias heeft aangenomen, wonen op aarde in het beloofde land en in de stad Jeruzalem. Dit volk zal het koninkrijk beërven dat vanaf de grondlegging der wereld voor hen bestemd is. Zij zullen overladen worden met aardse zegeningen. De Messias-koning zal de goddeloosheden afwenden van Jakob. Zij zullen dan de vergeving van hun zonden hebben, en geen inwoner van het land zal ziek zijn. Deuteronomium 30; Romeinen 11:26; Jesaja.23:24

De leden van de N.T.Gemeente zijn, door de Heer Jezus Christus aan te nemen, kinderen van God geworden, zij hebben het onschatbare voorrecht dat zij de Allerhoogste mogen aanspreken: “Abba, Vader". Aan Israël heeft God zich bekend gemaakt met de naam Jehova. Daarvoor staat in ons oude testament meestal: HERE. Mozes kreeg de opdracht: Zeg tot de Israëlieten: "Jehova, de God van Abraham, Izaäk en Jakob, heeft mij tot u gezonden". En bij het water van Mara: "Als u aandachtig luistert naar de stem van Jehova, uw God, en doet wat recht is in Zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden, en al zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen die Ik de Egyptenaren heb opgelegd; want Ik, Jehova, ben uw Heelmeester".

Opmerkelijk is de uitspraak van Jehova: "Zij zullen Mij zien die zij doorstoken hebben; en zij zullen over hem weeklagen zoals men weeklaagt over een eniggeborene".

Zij zullen hun belijdenis uitspreken: "Aan wie is de arm van Jehova geopenbaard? Wij dwaalden allen als schapen. Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen, maar wij hielden Hem voor een door God geslagene."

Met hoeveel vreugde zullen zij dan de lofpsalmen zingen: "Loof Jehova, mijn ziel, die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest!" Johannes 1:12; 20:17; Romeinen 8:15; Exodus 4:13vv; Exodus 15:26; Zacharia 12:10; Jesaja.53:1-4; Psalm103:1-3

Als de ware gelovigen met volmaakte lichamen in de heerlijkheid van het Vaderhuis bij de Heer Jezus zullen zijn, zal daar de bruiloft van het Lam worden gevierd. In dezelfde tijd zal op aarde de grote verdrukking zijn, waarin zij die op de aarde wonen verzocht worden. Na het feest, en aan het einde van de verdrukking zal de Heer Jezus naar de aarde komen in grote Majesteit, en gevolgd door de hemelse legerscharen. Wanneer Christus, ons leven, geopenbaard zal worden, zullen ook wij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid! In die stoet van de Koning der koningen zullen niet alleen alle engelen en engelenvorsten meegaan, maar ook de miljoenen ware gelovigen in hun onsterfelijke en verheerlijkte lichamen. Dat is het moment waarop de zonen van God worden geopenbaard, en de schepping wordt vrijgemaakt van de slavernij der verderfelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Mattheüs 24:1Sv; Romeinen 8:19v; Colossenzen 3:4; 1 Thessalonicenzen 5:3; Openbaring.3:10; Openbaring.19