DE GAVEN VAN DE HEILIGE GEEST ( UITLEGGING DER TALEN)

UITLEGGING VAN TONGEN TAAL

 

De gave van vertolking van tongen is een gave om een "vertaling" "uitleg"een "vertolking"te kunnen geven van een boodschap die in tongentaal is uitgesproken. In de Bijbel is er niet een specifiek voorbeeld over het functioneren van deze gave, maar er wordt wel over gesproken door Paulus in onder andere 1 Korinthiërs. 14:5, 27-28, en ook 1 Korinthiërs. 14:13-15.

In de samenkomsten van de eerste christenen gebeurde heel veel

Volgens Hebreeën 10:24 en 25 hielden de eerste christenen geregelde samenkomsten. "En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken; 25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert". De eerste christenen hadden een eigen bijeenkomst. Van hen werd verwacht dat ze daaraan deel zouden nemen. Wie dit niet deed, kwam te kort in zijn liefde voor zijn medegelovigen.

Jezus had ook gezegd: "Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden" (Mattheüs 18:20). Toen de eerste christenen samenkwamen, was dat niet alleen om elkaar te ontmoeten. Christus had beloofd dat ook Hij op een bijzondere wijze aanwezig zou zijn.

De eerste christenen vergaderden om aan de maaltijd des Heren deel te nemen

Dit vernemen wij uit 1 Korinthiërs 11:17 t/m 34. De gemeente te Korinthe beging zware fouten bij het eten van de maaltijd des Heren, zodanig zelfs dat Paulus zegt: ". 22 Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die niet hebben? " (20 t/m 22).

Ze hadden de maaltijd des Heren tot een gewone maaltijd verlaagd. Paulus zegt dat hun gewone maaltijden thuisgenomen moesten worden en niet in de samenkomsten van de gemeente. Uit de woorden "Wanneer gij dan bijeenkomt" blijkt dat de eerste christenen aan de tafel des Heren deelnamen bij hun gewone bijeenkomst, en niet slechts enkele keren per jaar of ééns per jaar zoals bij vele kerken nu.

Het eerste doel van hun bijeenkomst was het eten van de maaltijd des Heren: "Daarom, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, wacht op elkander. Heeft iemand honger, laat hij thuis eten, opdat gij niet tot uw oordeel bijeenkomt" (de verzen 33 en 34).

De maaltijd des Heren wordt in de Schrift ook aangeduid als "het breken van het brood". Volgens Handelingen 2:42 bleven de eerste gelovigen volharden "bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden".

Beschrijvingen van de maaltijd des Heren vindt men in Mattheüs 26:26 t/m 28, Marcus 14:22 t/m 25, Lucas 22:19 en 20 en 1 Korinthiërs 11:23 t/m 26.

Wij hebben al vernomen dat de eerste christenen bij hun gewone samenkomsten aan de maaltijd des Heren deelnamen. Maar op welke dag kwamen ze hiervoor bijeen? Antwoord hierop vinden we in Handelingen 20:7. "En toen wij op de eerste dag der week samengekomen waren om brood te breken, hield Paulus een toespraak tot hen en, daar hij van plan was de volgende dag te vertrekken, zette hij zijn rede voort tot middernacht." Het doel van de vergadering was "om brood te breken". Dit kan geen gewone maaltijd zijn, want volgens Paulus in 1 Korintiërs 11 mag dat niet: "Hebt gij dan geen huizen om te eten en te drinken?" (vers 22) en "Heeft iemand honger, laat hij thuis eten" (vers 34). Het eten van de maaltijd des Heren was het hoofddoel van de christelijke samenkomst op de eerste dag van de week.

 

Ook uit 1 Korinthiërs 16, de verzen 1 en 2, vernemen we dat de eerste dag van de week een bijzondere betekenis voor de eerste christenen had. "Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatië verordend heb, doet ook gij alzo. 2 Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat de verzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn."

 

De eerste dag van de week was van grote betekenis voor de eerste gelovigen omdat Christus op die dag uit de dood verrees (Marcus 16:9). Hij verscheen aan de discipelen toen ze op de eerste dag van de week vergaderd waren (Johannes 20:19). Acht dagen later verscheen Hij nog eens aan hen terwijl ze samen waren (Johannes 20:26). Dit was eveneens op de eerste dag van de week, want bij een optelling van dagen, telden de Joden heden mee. De oorspronkelijke christenen vergaderden op de eerste dag van de week om brood te breken ter nagedachtenis aan Christus, en op de eerste dag van de week legden zij naar vermogen iets weg.

 

Andere sekten leren dat de eerste dag van de week helemaal geen betekenis voor christenen heeft, maar dat zij de sabbat moeten houden. Ook zij worden genoodzaakt de teksten over de eerste dag van de week als van geen betekenis te beschouwen. Vervolgens proberen ze op basis van de tien geboden het sabbatgebod op te leggen. Maar Paulus zegt in 2 Korinthiërs 3:7 t/m 11 dat de tien geboden een bediening des doods zijn, die moest verdwijnen om plaats voor een beter verbond te maken. In Colossenzen 2:8 t/m 19 leest men dat de sabbat slechts een schaduw was, die werd weggedaan en aan het kruis genageld, samen met de overige feesten van het oude verbond. Vers acht waarschuwt: "Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus;". En in 16 en 17 lezen we: "Dat u dan niemand oordele in spijs of in drank, of in het stuk des feest dags, of der nieuwe maan, of der sabbatten; 17 Welke zijn een schaduw der toekomende dingen, maar het lichaam is van Christus.".

Bepaalde kerken geven toe dat de eerste christenen op de eerste dag van de week samenkwamen om brood te breken. Maar zij vinden het onnodig dat nu te doen. Gewoonlijk is hun houding eveneens 'ruim' i.v.m. vele andere Bijbelse leerstellingen. Volgelingen van Christus mogen echter de vermaning van Judas, in de verzen 3 en 4, niet vergeten: "Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene zaligheid, zo heb ik noodzaak gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. 4 Want er zijn sommige mensen ingeslopen, die eertijds tot ditzelfde oordeel te voren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade onzes Gods veranderen in ontuchtigheid, en den enigen Heerser, God, en onzen Heere Jezus Christus verloochenen."

Gods genade betekent niet dat wij Zijn woord mogen verwaarlozen, zoals uit geestelijke losbandigheid in vele kerken wordt gedaan.

 

Wie bij het oorspronkelijk geloof wil blijven, zal ook nu op de eerste dag van de week met andere gelovigen samenkomen om aan de maaltijd des Heren deel te nemen.

Uit de teksten die wij al besproken hebben, leren wij dat de eerste christenen in hun samenkomsten op de eerste dag van de week de maaltijd des Heren aten, en dat ze op deze dag ook een inzameling hielden. In Handelingen 20:7 vernemen wij ook dat het woord Gods in de vergadering werd verkondigd. Volgens Handelingen 2:42 bleven zij ook volharden in het gebed. Het gebed is eveneens een belangrijk aspect van de christelijke aanbidding.

Verder kunnen we in Efeziërs 5:19 lezen: "Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart;".

De eerste christenen vergaderden op de eerste dag van de week om brood te breken. Een inzameling werd gehouden. Men luisterde naar het woord. Ter ere van God werd er gebeden en gezongen. Ook in onze tijd doen ware volgelingen van Christus evenzo.