DE GAVEN VAN DE HEILIGE GEEST ( ONDERSCHEIDINGEN DER GEESTEN)

ONDERSCHEIDINGEN DER GEESTEN

 

Het onderscheiden van geesten is een inzicht in de geestelijke wereld over de werking en het functioneren van geesten.

Het is een gave om geesten te kunnen herkennen, hun strategieën doorzien en dus adequate tegenmaatregelen te kunnen nemen. In Mattheüs 17 vers 14 tot 21 kunnen we lezen hoe Jezus aangeeft hoe een bepaalde boze geest uitgedreven moet worden.

Genoemd als een van de gaven van de Heilige Geest. Waar geestesuitingen zijn zal Satan trachten door imitatie het volk van God te verleiden. Ook de menselijke geest kan op dit terrein zeer actief zijn om - vaak onbewust of door een verkeerde geestelijke opvoeding - de openbaring van de Heilige Geest in de weg te staan.

De gave van onderscheiding is gegeven om te onderscheiden door welke geest wordt gesproken of gehandeld. In het bijzonder op het terrein van de profetie is dit belangrijk.

In 1 Thessalonicenzen 5:20, 21 volgt na de vermaning om de profetieën niet te verachten onmiddellijk de opdracht om alle dingen te beproeven en het goede te houden.

Deze tekst wordt veelal misbruikt door hen, die er een vrijbrief in zien om zich op wegen te begeven waar ze als gelovigen niet thuishoren, doch heeft in eerste instantie betrekking op het toetsen van profetische uitingen. Niet alleen de uiting van de geest, doch vooral door welke geest wordt gesproken, dient onderscheiden te worden.

De geschiedenis van Bileam in Numeri 22:34, 35 en 23:1-5 leert ons, dat zelfs valse profeten door Gods Geest geïnspireerd kunnen profeteren. In z'n geval is het belangrijk dat de geest wordt onderscheiden, daar de geestesuiting hier geen houvast biedt. Denk ook aan de vrouw die Paulus en zijn metgezellen nariep, dat zij dienstknechten van God waren. Dit was volkomen juist, doch de geest waardoor zij sprak was een waarzeggende geest - Hand. 16:17.

 

De duivel openbaart zich als een engel des Lichts, doch de gave van onderscheiden der geesten maakt hem openbaar. We zien deze gave ook in werking treden bij het openbaar komen van personen als Ananias en Saffira (Hand. 5:1-11) en Simon de tovenaar (Hand. 8:23).

In het bijzonder waar de normale onderscheiding op grond van Gods Woord en geestelijke kennis, alsmede natuurlijke mensenkennis, tekort schieten, geeft de gave van onderscheiding uitkomst, omdat deze dwars door alle schijn heen ziet.

 

Beproeft de Geesten

 "1 Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. 2 Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God; 3 En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld. 4 Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is. 5 Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen. 6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling." (1 Johannes 4:1-6).

 

Vertrouwt niet iedere geest

In deze tekst worden we gewaarschuwd om niet zomaar iedereen te vertrouwen en alles te geloven! "Gelooft niet iedere geest."

Jezus had al eerder een dergelijke waarschuwing gegeven: "Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet" (Mattheüs 24:23).

Beproeft de geesten, of zij uit God zijn.

Welke geesten mogen we wel geloven, en welke niet? Hoe kunnen we goede en slechte geesten herkennen?

  1. Paulus schreef: "Toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad" (1 Thessalonicenzen 5:21,22).

Wel dienen wij open te staan voor iedereen, steeds klaar om iets bij te leren. Maar we mogen niet zomaar alles geloven. We moeten alles toetsen. Het goede moeten we behouden en het overige verwerpen.

  1. Waarom staat 'geesten' in deze waarschuwing? Hoe kunnen wij een geest op de proef stellen?

Wij mogen niet uitsluitend naar uiterlijkheden kijken. We moeten de vraag stellen: Door welke geest wordt deze persoon bewogen? Door welke kracht gedreven?

De Geest van God waarschuwt ons voor de dwaalgeesten: "Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn" (1 Timotheüs 4:1,2).

 

Vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan.

De voorspelling van Jezus is wel uitgekomen: "En vele valse profeten zullen opstaan en velen zullen zij verleiden" (Mattheüs 24:11).

Verschillende soorten dwaalleraars worden in de Schrift genoemd.

  1. We lezen over valse christussen.

Een valse christus is iemand die valselijk beweert Gods aangestelde Christus of Messias te zijn.

Jezus zei: "Ziet toe, dat niemand u verleide! Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden" (Mattheüs 24:5). "Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegt. Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn" (Mattheüs 24:23-27/ Marcus 13:20-23).

  1. In de brieven van Johannes lezen we over antichristen. 'Anti' betekent 'tegen'. Een 'antichrist' is iemand die zich opstelt òf tegen Christus (als Zijn vijand), òf tegenover Christus (als Zijn plaatsvervanger).

 "Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. 19 Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn; maar dit is geschied, opdat zij zouden openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn." (1 Johannes 2:18,19).

 "Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. 23 Een iegelijk, die den Zoon loochent, heeft ook den Vader niet.2 4 Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in den Zoon en in den Vader blijven." (1 Johannes 2:22-24).

 " Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist. 8 Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen. 9 Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon." (2 Johannes 7-9).

 

  1. Zoals er valse christussen zijn, zijn er ook valse apostelen. Een apostel is iemand die gezonden is, een gezant. Een valse apostel is iemand die valselijk beweert dat hij door God gezonden is.

"Want zulke valse apostelen zijn bedrieglijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. 14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. 15 Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn naar hun werken." (2 Korintiërs 11:13-15).

Jezus liet Johannes aan de gemeente te Efeze schrijven: "Ik weet uw werken, en uw arbeid, en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kunt dragen; en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars bevonden;" (Openbaring 2:2).

  1. We worden ook voor valse profeten gewaarschuwd. Een profeet was iemand die sprak door goddelijke inspiratie. Een valse profeet is iemand die valselijk beweert dat God door hem een boodschap heeft gegeven.

 "Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven. 16 Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? 17 Alzo een ieder goede boom brengt voort goede vruchten, en een kwade boom brengt voort kwade vruchten. 18 Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen. 19 Een ieder boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen." (Mattheüs 7:15-19).

Evenals de valse apostelen, staan valse profeten in dienst van de satan: "En ik zag uit den mond des draaks, en uit den mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets, drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; 14 Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen tekenen, welke uitgaan tot de koningen der aarde en der gehele wereld, om die te vergaderen tot den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods." (Openbaring 16:13,14).

 

  1. Ook zijn er valse leraars. Een valse leraar hoeft niet te beweren een profeet of apostel te zijn. Hij zal zich gewoon voorstellen als iemand die een boodschap uit de Schrift brengt. Maar eigenlijk brengt hij een menselijke boodschap i.p.v. Gods woord.

"En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; 2 En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. 3 En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet." (2 Petrus 2:1-3).

 

  1. Wij mogen ook niet denken dat valse leraars alleen buiten de gemeente zijn. Onder de vele gevaren waarover Paulus in 2 Korintiërs 11 spreekt, vinden we ook "in gevaar onder valse broeders" (vers 26). Een voorbeeld daarvan vinden we in Galaten 2:3-5. "Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden. 4 En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen. 5 Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven."

 

Hoe kunnen wij ons wapenen tegen al deze gevaren?

  1. We moeten de waarheid liefhebben, anders worden we bedrogen. "Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. 8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; 9 Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; 10 En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid." (2 Thessalonicenzen 2:7-12).

 

We moeten de liefde tot de waarheid aanvaarden, om weerstand te kunnen bieden tegen de vernuftige aanvallen van de handlagers van de satan.

 

  1. God heeft bepaalde mensen aan de gemeente gegeven om ons te helpen.

 "En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; 12 Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus; 13 Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van Christus; 14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; 15 Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus; 16 Uit Welken het gehele lichaam bekwamelijk samengevoegd en samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn maat, den wasdom des lichaams bekomt, tot zijns zelfs opbouwing in de liefde." (Efeziërs 4:11-16).

 

Tegenover allerlei wind van leer kunnen wij leren vast te staan, door op te wassen in de kennis van God. Om ons hiermee te helpen heeft Christus aan de gemeenten eerst apostelen en profeten gegeven, door wie de Heilige Schrift tot stand is gekomen. In onze tijd hebben wij evangelisten, herders en leraars, die op basis van Gods woord de gemeente opbouwen tot volwassenheid in de kennis van Christus.

Laten we nu onze tekst herlezen: " Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. 2 Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God; 3 En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld. 4 Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is. 5 Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld hoort hen.6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, en den geest der dwaling." (1 Johannes 4:1-6).

 

De geesten onderscheiden - Hoe herkent men een sekte?

De massa-zelfmoord van 913 volgelingen van Jim Jones in Guyana op 18 november 1978 maakte duidelijk hoe onredelijk en gevaarlijk bepaalde bewegingen kunnen zijn.

Men is het echter lang niet eens over de kenmerken van sekten. Wat is het verschil tussen een onschuldige groep en een gevaarlijke sekte? Mensen geven verschillende antwoorden op deze vraag, afhankelijk van hun eigen uitgangspunt.

Een communist beschouwt alle vormen van godsdienst als bijgeloof en als schadelijk voor de maatschappij. Hij ziet echter niet in dat zijn eigen systeem vele kenmerken heeft van 'sekten'. Marx en Lenin zijn de grote onfeilbare Leiders. Het dialectisch materialisme (de wereldbeschouwing van het marxisme) is de grote Kracht, die alles in de juiste richting moet leiden. Geweld en dwang worden aangewend om tegenstanders uit te schakelen en om te heersen. Alle middelen worden als toelaatbaar beschouwd, als ze de zaak maar bevorderen. Hun eigen mensen worden zo veel mogelijk van de buitenwereld afgezonderd en via scholen en media d.m.v. ideologische propaganda gemanipuleerd.

Een Rooms-Katholiek is geneigd alle niet-katholieke kerken toch enigszins als 'sekten' te beschouwen, hoewel een onderscheid wordt gemaakt tussen echt gevaarlijke en minder erge groepen. Hij beschouwt ze als opstandelingen tegen de éne ware moederkerk. Maar hij ziet niet in dat vele kenmerken van sekten zeer sterk in de Rooms-Katholieke Kerk zelf aanwezig zijn.

Het valt een niet-katholiek al meteen op dat de ergste sekten dikwijls grote overeenkomsten tonen met de Rooms-Katholieke Kerk! Ze zijn hiërarchisch georganiseerd met één man aan de top. Deze grote man wordt door de leden bijna als een god vereerd. Hij wordt met pracht en praal rondgeleid en rijdt in een imposant voertuig. Uit hoofde van zijn 'positie' mag hij in weelde leven, terwijl van zijn volgelingen grote offers worden gevraagd. Dikwijls wordt hij 'Vader' genoemd en als onfeilbaar beschouwd. Men beperkt zich niet tot godsdienstige activiteiten: wereldse macht wordt ook gebruikt. Allerlei middeltjes worden verzonnen om aan geld te komen. Sommige sekten lijken veel op kloosters of, erger nog, op slotkloosters.

 

Een maatstaf is nodig

De enige oplossing is ergens een betrouwbare maatstaf te vinden waarnaar verschillende groeperingen en bewegingen getoetst kunnen worden.

 

 Is grootte een geldige maatstaf? Indien wel, dan is de Rooms-Katholieke Kerk in België geen sekte, maar de Mormoonse wel. In de staat Utah echter (in Amerika), waar er vele Mormonen zijn en slechts weinige Katholieken, zou het net andersom zijn! Neen, grootte is geen geldige maatstaf. Men mag een groep niet als sekte bestempelen alleen omdat die klein is. Evenmin gaat een grote groep zomaar vrijuit.

Wat zijn dan wel betrouwbare maatstaven? In dit artikel zullen wij het probleem uit twee gezichtspunten beschouwen: het maatschappelijke en het christelijke.

 

Algemene erkende normen

Ongeacht welk geloof men heeft, of welke filosofische of politieke overtuiging, zijn er toch bepaalde algemene normen waarnaar men een beweging kan toetsen. Ondanks de vele afwijkingen, bestaat er onder de mensen toch zoiets als een algemeen besef van goed en kwaad.

Wanneer 900 mensen gezamenlijk zelfmoord plegen, zullen weinigen hun beweging als goed bestempelen. Het eindresultaat in dat geval was duidelijk slecht. Maar welke slechte eigenschappen van die beweging brachten haar tot deze massa-zelfvernietiging?

De volgelingen van Jones waren in feite gevangenen. Verschillende vormen van dwang, het gebruik van wapens inbegrepen, werden aangewend om te verhinderen dat iemand kon ontsnappen.

Wanneer een systeem mensen tot gevangenen of slaven maakt, is het een slecht systeem. Mensen mogen niet lichamelijk opgesloten worden, achter een ijzeren gordijn, of in een commune, of in een klooster.

Maar geestelijk mogen de mensen ook niet opgesloten worden. Het geestelijk opsluiten of isoleren is soms moeilijker te herkennen. Een minderheidsgroep moet haar aanhangers op de een of andere wijze afzonderen om ze te kunnen opsluiten (lichamelijk afzonderen om ze lichamelijk te kunnen opsluiten, of geestelijk afzonderen om ze geestelijk te kunnen opsluiten). Voor een meerderheidsgroep is dat niet altijd nodig. Familiale en sociale druk zijn soms al voldoende om mensen onder een dwang te zetten, zodat ze niet durven weg te gaan. Velen volgen de uiterlijke vormen van een godsdienst, hoewel ze zelf daar niet in geloven, alleen om hun ouders en familie tevreden te stellen.

Ik ken een geval van een jongen van ongeveer 22 jaar die, omdat hij de Rooms-Katholieke Kerk verliet, door zijn ouders letterlijk uit het huis werd gesloten. Liet men hem toch binnen, dan werd er voor hem geen eten gekookt en was er voor hem geen plaats aan tafel. Zijn ouders praatten niet met hem en deden alsof hij niet aanwezig was.

Door de zogenaamde 'heilige' inquisitie gebruikte de Rooms-Katholieke Kerk de staat om mensen te dwingen in die kerk te blijven, of als ze in hun 'dwaling' bleven volharden, hen te liquideren.

Alle groeperingen die zich van dergelijke middelen bedienen om slaven van mensen te maken, zijn gevaarlijke sekten.

Jones eiste van zijn volgelingen blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Ook bepaalde politieke 'sekten' passen deze regel toe. Denk maar eens aan de 'sekte' van Hitler. Doordat hun volgelingen in onvoorwaardelijke gehoorzaamheid getraind waren, konden zowel Jones als Hitler hun aanhangers met zich meesleuren in het verderf.

Wanneer een systeem blinde en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid opeist, worden de mensen beroofd van hun fundamentele hoedanigheid van vrije wezens. Zij stellen zich dan bloot aan misbruik door hun leiders en zijn in staat ongelooflijk walgelijke dingen te doen.

Gehoorzaamheid aan rechtmatige gezaghebbers (b.v. ouders, leraars, werkgevers en regering) wordt hiermee niet bedoeld. Waar het gevaar schuilt, is in de 'blinde en onvoorwaardelijke' gehoorzaamheid. Mensen in verantwoordelijke posities mogen verwachten dat wij hen gehoorzamen, maar niet dat wij hen blind en onvoorwaardelijk gehoorzamen.

Een groep die er oneerlijke en slinkse praktijken op nahoudt (dikwijls om aan geld te komen) is volgens algemene normen af te keuren. Op de parking van een grootwarenhuis drukte een jonge man mij een boek in de hand en zei, 'Mijnheer, dit boek wordt gratis uitgedeeld aan mensen die deze winkel bezoeken.' Maar vervolgens vroeg hij een 'bijdrage' ter dekking van de 'onkosten'. Deze loopjongen van de Hare Krishna-beweging was op twee punten oneerlijk. Hij wekte de indruk dat zijn boek iets met de winkel te maken had en hij zei dat het gratis was, terwijl hij er geld voor vroeg. Toen hij van mij niets kreeg, wilde hij het boek dan ook terug hebben. (Het boek moest hij zelf aan zijn oversten betalen, of hij er iets voor kreeg of niet.)

De inwoners van een stad in West-Vlaanderen werden via de krant uitgenodigd om een 'natuurwandeling' te maken. Toen de deelnemers midden in een bos waren gekomen, maakten de leiders van de wandeling bekend dat zij Zevende-dags Adventisten waren, en begonnen hun boodschap aan de natuurwandelaars te verkondigen! De aanwezigen voelden zich bedrogen, en terecht.

En wat van een kerk die aflaten verkoopt waardoor men zogezegd van de gevolgen van zijn zonden vrijgesproken kan worden. Is zoiets stichtend en oprecht? Grotendeels door de verkoop van aflaten werd de St.Pieterskerk te Rome gebouwd!

Groeperingen die dergelijke oneerlijke praktijken toepassen, zijn duidelijk af te keuren. Godsdiensten die mensenoffers brengen, of die aansporen tot moord, tot oorlog, of tot onzedelijkheid kunnen door ieder weldenkend mens afgekeurd worden. Er is nog meer waarover wij zouden kunnen uitweiden.

Merk op dat dergelijke misbruiken niet beperkt zijn tot de een of andere godsdienstige of politieke richting. Zowel links als rechts, en onder allerlei soorten godsdiensten kan men voorbeelden van dergelijke misbruiken vinden.

 

Christelijke normen

Naast de algemene waarden van goed en kwaad, heeft een christen andere maatstaven. Hij erkent Jezus als de Zoon van God en hij gelooft dat God door de Heilige Schrift normen heeft bekendgemaakt.

Van Dale definieert 'sekte' als volgt: "de gezamenlijke aanhangers van een, inz. godsdienstige, gezindheid die op bepaalde punten afwijkt van een meer oorspronkelijke waaruit zij is voortgekomen."

Een christen vraagt zich niet alleen af of de methoden en praktijken van een beweging in het algemeen goed of slecht te noemen zijn. Hij wil ook weten of de praktijken en leerstellingen van een bepaalde groep in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke leer van Christus!

Deze vraag is enigszins moeilijker te beantwoorden omdat het hier om waarheid en waarachtigheid gaat. Maar anderzijds heeft een christen het voordeel dat hij een geschreven norm bezit, waarnaar hij alles kan toetsen.

Iemand zal misschien de vraag stellen: Hoe kan de Schrift een christen helpen groeperingen te toetsen, wanneer het doorgaans juist gaat om verschil van mening over wat de Schrift leert?

Het antwoord is eenvoudig. Verschil van mening is er niet in de eerste plaats over wat de Schrift leert, maar over wat de Schrift niet leert. Door te lezen wat de Schrift wel leert, komen er heus wel vele duidelijke normen naar voren, waarnaar men groeperingen kan toetsen.

 

In deze beschouwing zal ik mij beperken tot zaken die in de Schrift zeer concreet en duidelijk worden onderwezen

  1. Godsdiensten die Jezus niet erkennen als de Zoon van God, kunnen de mensen niet tot God brengen. Jezus zei: "Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij" [Johannes 14:6].

 

  1. Godsdiensten die Jezus wel erkennen, maar dan slechts als de zoveelste profeet in een reeks gelijksoortige profeten, zijn valse godsdiensten. Volgens Hebreeën, hoofdstuk 1, is Jezus de afdruk van Gods wezen, boven alle mensen en engelen. In Handelingen 4:12 zegt Petrus: "En in niemand anders is de behoudenis; want er is ook onder de hemel geen andere naam onder mensen gegeven waardoor wij behouden moeten worden."

 

  1. Jezus zelf heeft voorspeld dat vele sekten zouden ontstaan. In Marcus 13:6 spreekt Jezus tot zijn volgelingen: "Kijkt u uit dat niemand u misleidt. Velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het, en zij zullen velen misleiden." [Zie ook 2 Petrus 2:1-3; 2 Johannes 7-11 en 2 Timotheüs 4:3,4.]

 

  1. Jezus heeft zijn volgelingen tegen valse leraars en profeten gewaarschuwd. Hij heeft ook bepaalde karakteristieken genoemd, waaraan ze herkend kunnen worden. Natuurlijk heeft niet iedere valse leraar alle kenmerken, maar indien iemand zelfs maar één heeft, is dat al voldoende om hem kenbaar te maken.

 

  1. Een valse leraar kondigt zich niet aan met een: "Dag, mijnheer, Ik ben een valse leraar." Uiterlijk stellen valse profeten zich voor als dienaren der gerechtigheid. Trouwens, zo stelt de satan zich ook voor! Daarom moet men verder kijken om een valse leraar als zodanig te kunnen onderscheiden. [Zie Mattheüs 7:15-20; Romeinen 16:17,18; 2 Korintiërs 11:13-15.]

 

  1. In Mattheüs 7:15-20 zegt Jezus dat wij valse profeten aan hun vruchten kunnen herkennen: "Past u op voor de valse profeten, die tot u komen in schapevachten, maar van binnen zijn zij roofzuchtige wolven. Aan hun vruchten zult u hen kennen."

 

  1. Wie zich in geestelijke zin 'vader' of 'leermeester' laat noemen, is geen volgeling van Christus. In Mattheüs 23:8-10 zegt Jezus: "U echter, laat u niet rabbi noemen; want één is uw Meester, en u bent allen broeders. En noemt niemand uw vader op de aarde, want één is uw Vader: de Hemelse. Laat u ook niet leermeesters noemen, want één is uw Leermeester: de Christus." Zowel de Rooms-Katholieke Kerk als vele andere sekten hebben leiders die 'Vader' genoemd worden. In vele oosterse godsdiensten heeft men een grote leermeester, van wie al de anderen het moeten hebben. Maar voor een christen is God zijn enige Vader, en Christus zijn enige Leermeester.

 

  1. Bedrieglijke wonderen worden door valse profeten verricht [Deuteronomium 13:1-3; Mattheüs 7:22,23; Mattheüs 24:24; Marcus 13:21-23; 2 Thessalonicenzen 2:5-12]. Denk maar aan Lourdes en de verhaaltjes van de pinksterbeweging.

 

  1. Groeperingen die een gezag organisatie hebben, zijn niet van Christus. In Mattheüs 20:25,26 zegt Jezus aan zijn volgelingen: "U weet, dat de oversten van de volken over hen heersen en de groten gezag over hen voeren. Zo zal het onder u niet zijn." De gemeente van Christus mag geen organisatie hebben, waar gezag wordt uitgeoefend zoals bij wereldse regeringen. Eén van de duidelijkste kenmerken van vele sekten is hun sterk centraal gezag. De Rooms-Katholieken hebben hun paus. De Getuigen van Jehova hebben hun president en het Wachttorengenootschap. De Mormonen hebben hun profeet en hun 12 'apostelen'. De Adventisten hebben een zeer sterk centraal bestuur. Armstrong diende als profeet en leider in zijn 'Kerk van God'. Denk aan Moon en Lauw en ga zomaar door. Traditionele protestantse kerken hebben ook hun synodes, bonden en centrale comités, die voor hun leden reglementen en wetten samenstellen.

 

  1. Wie zegt "De tijd is nabij" (behalve in de zin dat dit al 19 eeuwen geleden kon gezegd worden: b.v. Openbaring 22:10) is een valse profeet. In Lucas 21:8 waarschuwt Jezus: "Kijkt u uit dat u niet wordt misleid. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het; en: De tijd is nabijgekomen. Gaat hen niet achterna." Vele sekten menen op een of andere wijze te weten dat het einde van de wereld nabij is. Maar Jezus zegt in Mattheüs 24:35,36 dat niemand behalve de Vader weet wanneer die dag zal aanbreken. Hij waarschuwt ons voor mensen die beweren dat zij het wel weten: "Gaat hen niet achterna."

 

  1. Wie een voorspelling doet, die niet uitkomt, is een valse profeet [Deuteronomium 18:21,22]. Dit is zo vanzelfsprekend, dat het wonderlijk is, hoe de mensen zich telkens weer kunnen laten misleiden. De Getuigen van Jehova, de Adventisten, Armstrong e.a. hebben voorspellingen gemaakt die kennelijk niet zijn uitgekomen. Maar ze staan dan weer klaar met andere voorwendsels en nieuwe voorspellingen die de oude moeten vervangen.

 

  1. Wie doden of geesten raadpleegt, is niet een dienaar van God [Jesaja 8:19,20].

 

  1. Wie christenen reglementen inzake eten en drinken oplegt is een valse leraar [1 Timotheüs 4:1-7; Colossenzen 2:16-17; Hebreeën 13:9; Marcus 7:19]. De enige uitzondering hierop is dat christenen geen bloed of gestikt vlees mogen eten [Handelingen 15:19,20; 28,29; 21:25].

 

  1. Wie geboden uit het Oude Testament aan christenen oplegt (zoals het houden van de sabbat of andere zaken die in het Nieuwe Testament niet vervat zijn) is een valse leraar [Colossenzen 2:4-19; Titus 3:8-11; Efeziërs 2:14-16].

 

  1. Wie het huwelijk verbiedt, is een valse leraar [1 Timotheüs 4:1-7].

 

  1. Wie het woord van God tegenspreekt, is een valse leraar [Deuteronomium 13:1-3; Jesaja 8:19,20; Romeinen 16:17,18].

 

  1. Wie menselijke geboden, leerstellingen en tradities verkondigt, is een valse leraar [Mattheüs 15:8,9; Galaten 2:3,4; Colossenzen 2:4-19; Titus 1:10-16].

 

  1. Wie de Schriften verdraait, is een valse leraar [2 Petrus 3:16-18].

 

Vooral op dit laatste punt dienen wij goed te letten

Valse leraars en profeten verdraaien de Schrift. Ze houden zich graag bezig met moeilijke teksten, want die zijn gemakkelijker te verdraaien.

Een volgeling van Christus heeft daarom een grote verantwoordelijkheid om zelf met oprechtheid de Schrift ernstig te onderzoeken om schriftmisbruik te kunnen herkennen. Wie de Schrift niet goed kent, wordt gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht door iemand die de Schrift op een misleidende wijze interpreteert.

Men moet ook oppassen voor centrale bronnen van 'officiële' uitleg. De Rooms-Katholieke Kerk maakt er aanspraak op de Schriften voor de mensen 'uit te leggen'. Hun uitleg dient men dan eenvoudigweg zonder bedenkingen te aanvaarden. Hetzelfde geldt voor de Getuigen van Jehova, die via hun tijdschriften en boeken de 'juiste uitleg' van de Schrift geven. In Armstrongs tijdschrift 'De Echte Waarheid' (januari 1983) beweerde hij dat men uitsluitend door zijn tijdschrift tot de echte waarheid kan komen (vandaar de benaming!).

Valse leraars halen Bijbelteksten aan geheel uit hun verband. Wanneer een tekst wordt aangehaald, zoek de tekst op in de bijbel en lees gans het verband.

Valse leraars geven ook tal van onbewezen verklaringen naast teksten die ze aanhalen. Men moet leren onderscheid te maken tussen wat echt in de aangehaalde tekst staat, en wat zonder enigerlei bewijs botweg door de schrijver wordt beweerd of verklaard!

Het is niet mogelijk in een kort artikel alle aspecten van het probleem te belichten. Als u een volledige gids wenst, waarmee u sekten kunt onderkennen, bestudeer de Heilige Schrift!