DE GAVEN VAN DE HEILIGE GEEST ( MENIGERLEI TALEN)
SPREKEN IN TONGEN
De eerste gave die na de doop in de Heilige Geest vrijkomt is het spreken in tongen.
Dit is ook niet verwonderlijk, want door de wedergeboorte ben je een nieuwe schepping geworden, een inwoner van Gods Koninkrijk, een Hemelburger. Alles is nieuw geworden, dus ontvang je ook een nieuwe taal om God groot te maken. Toen de 120 in de bovenzaal vervuld werden met de Heilige Geest was het eerste wat ze deden in tongen spreken. Laten we dit gedeelte nog maar even lezen in Handelingen 2 vers 1 tot 11.
“En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. 2 En er geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen, gedreven wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. 3 En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. 4 En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. 5 En er waren Joden, te Jeruzalem wonende, godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder den hemel zijn. 6 En als deze stem geschied was, kwam de menigte samen, en werd beroerd, want een iegelijk hoorde hen in zijn eigen taal spreken. 7 En zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, zeggende tot elkander: Ziet, zijn niet alle dezen, die daar spreken, Galileërs? 8 En hoe horen wij hen een iegelijk in onze eigen taal, in welke wij geboren zijn? 9 Parthers, en Meders, en Elamieten, en die inwoners zijn van Mesopotamië, en Judea, en Cappadocië, Pontus en Azië. 10 En Frygië, en Pamfylië, Egypte, en de delen van Libye, hetwelk bij Cyrene ligt, en uitlandse Romeinen, beiden Joden en Jodengenoten; 11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken Gods spreken”.
Dit is het waar Jezus over sprak in Markus 16 vers 17, dat de gelovigen in nieuwe tongen zouden spreken. Maar waarom "moeten" we in andere tongen spreken? In 1Korinthiërs. 14:2 staat het volgende: “Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den geest spreekt hij verborgenheden”.
Je spreekt dus geheimenissen met God. Het is jouw Geest die communiceert met God, het lijkt misschien gek, dat je met God aan het praten bent in voor jou onbegrijpelijke klanken en woorden of in andere talen. Je kunt God aanbidden in tongen (1Korinthiërs. 14:15), voorbede doen (Romeinen. 8:26:27), jezelf opbouwen of stichten in geloof (1Korinthiërs. 14:4).
We spraken reeds over het spreken in vreemde talen bij het hoofdstuk over de doop met de Heilige Geest. In de Pinksterbeweging onderscheiden wij het spreken van tongen als teken bij de Geestesdoop en de gave van menigerlei talen, waarover Paulus spreekt in 1 Korintiërs 12 en 14.
Bij de tongentaal als téken van de geestvervulling gaat het vooral om het eenmalige, overweldigende, door de Geest van God aangegrepen worden, waarbij de menselijke geest wordt ondergedompeld in de Geest van God en zich op dat moment volkomen verliest in de heilige tegenwoordigheid van God.
In de brief aan de Korintiërs spreekt Paulus echter over het gebruik van de gáve van het spreken in menigerlei talen in de gemeente door reeds met de Geest gedoopte gelovigen.
Het teken is hier tot gave geworden, waarbij de gelovige geregeld in verschillende talen door de Geest spreekt of soms zingt. Anders dan bij het teken, waar de nadruk valt op de volkomen overgave aan de werking van de Heilige Geest, is bij de gave sprake van een zekere beheersing. De gelovige kan de gave gebruiken of niet gebruiken. Hij kan luid of zacht in zichzelf spreken in tongen.
Voor het gebruik in de gemeente gaf God de gave van uitleg der talen. Het is niet juist de gave van het spreken in tongen terug te dringen tot het gebruik in de binnenkamer alleen, daar hierdoor de gave van uitlegging der talen wordt uitgeschakeld.
In de openbare diensten der gemeente dient dan ook plaats te zijn voor de gave van enigerlei talen in overeenstemming met de regels, die hiervoor in de Schrift zijn vastgelegd.
Uitgezonden Apostelen en Profeten
Het gezantschap van de apostelen en profeten berust op het gezag van Christus. Apostelen en profeten werden door Jezus uitgezonden.
Uit zijn volgelingen heeft Hij twaalf mannen gekozen om als apostel te dienen: "En Hij stelde er twaalf, opdat zij met Hem zouden zijn, en opdat Hij dezelve zou uitzenden om te prediken; 15 En om macht te hebben, de ziekten te genezen, en de duivelen uit te werpen." (Marcus 3:14,15).
Naast de apostelen heeft Hij ook profeten uitgezonden: "Waarom ook de wijsheid Gods zegt: Ik zal profeten en apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen doden, en sommigen zullen zij uitjagen; 50 Opdat van dit geslacht afgeëist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten is van de grondlegging der wereld af." (Lukas 11:49,50).
Het geheimenis van het evangelie werd in de eerste eeuw aan apostelen en profeten geopenbaard, zoals Paulus uitlegde: "Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u; 3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb; 4 Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), 5 Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest;" (Efeziërs 3:2-5).
God heeft bevolen dat deze boodschap aan alle volken door middel van Heilige Schriften bekendgemaakt zou worden. Dit zegt Paulus in Romeinen 16:25,26 waar hij spreekt over het "naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; 26 Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt;".
Deze apostelen en profeten die Jezus heeft uitgezonden, vormen samen met Hem het fundament van de gemeente: "gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is" (Efeziërs 2:20). Ook in Openbaring 21:14 lezen wij dat Sion gevestigd is op het fundament van de twaalf apostelen.
Hoeveel keren moet het fundament van een gebouw gelegd worden? Slechts één keer. Hierop wordt dan verder gebouwd. Wat zou u van een bouwmeester denken die bovenop de derde verdieping nog een fundament wilde leggen? De oorspronkelijke apostelen en profeten, samen met Christus, zijn het fundament van de gemeente waarop wij voortbouwen. Mensen in onze tijd die beweren apostelen of profeten te zijn, zijn dwaalleraars die met Gods fundament niet tevreden zijn.
Het gezag van de apostelen berust op leiding door de Heilige Geest.
Jezus zei aan zijn apostelen: "Die Mij niet liefheeft, die bewaart Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is het Mijne niet, maar des Vaders, Die Mij gezonden heeft. 25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende." (Johannes 14:24,25). "Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. 27 En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest." (Johannes 15:26,27).
Nadat Jezus "aan de apostelen, die Hij had uitgekozen, door de heilige Geest zijn bevelen had gegeven" (Handelingen 1:2) ging Hij terug naar zijn Vader. Hij had hun gezegd: "Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde." (Handelingen 1:8). Op de Pinksterdag werd de Heilige Geest uitgestort om de apostelen te leiden. (Zie ook 1 Petrus 1:12.)
Net zoals het gezag van Christus door wonderen en tekenen bewezen werd, zo heeft God ook het woord van de apostelen door wonderen en tekenen bevestigd.
"En zij, uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden. " (Marcus 16:20).
"Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door den Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die Hem gehoord hebben; 4 God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil." (Hebreeën 2:3,4).
Wonderen en tekenen gebeurden door de handen der apostelen als bevestiging van hun getuigenis (Handelingen 2:43; 4:33; 5:12). Anderen die wonderen en tekenen deden, kregen die gaven door de handoplegging van de apostelen (Handelingen 6:5,6,8; 8:6,18; 19:6; 2 Timotheüs 1:6). Niet alle gelovigen zijn apostelen (1 Korintiërs 12:29). Net zoals Simon de Tovenaar van de apostelen macht wilde kopen om de Heilige Geest te geven (Handelingen 8:18-24), zo zijn er ook in onze tijd mensen die beweren deze macht van de apostelen te bezitten. Ze menen de Heilige Geest te kunnen geven door handoplegging, wonderen en tekenen te verrichten, en geïnspireerde boodschappen van God ontvangen te hebben.
Ik heb zelfs van iemand gehoord die in de gemeente durfde te beweren dat God hem had geopenbaard dat een bepaalde zieke broeder zou genezen. Die broeder is gestorven. Keert uw af van zulke mensen. Zij zijn valse leraars, die voor apostel of profeet willen spelen. Ze zijn opstandelingen tegen het gezag van Christus en de apostelen.
De apostelen en profeten hebben niet hun eigen woorden verkondigd, maar het woord van God.
Toen Jezus de twaalf uitzond zei Hij hun: "Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult. 20 Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, Die in u spreekt." (Mattheüs 10:19, 20).
Daarom dienen wij ook te blijven volharden in het onderwijs der apostelen (Handelingen 2:42), want het onderwijs der apostelen, dat tot ons door de Heilige Schrift komt, is niets anders dan het onderwijs van Christus, het woord van God, want de apostelen en profeten hebben onder leiding van Gods Geest geschreven.
De Vader heeft zijn eniggeboren Zoon gezonden om ons te redden. Jezus heeft nu alle macht in hemel en op aarde. De Heilige Geest heeft aan de apostelen en profeten het evangelie geopenbaard. Gods woord komt nu tot ons door de Heilige Schriften. Christus met zijn apostelen en profeten vormen het fundament van de gemeente waarop nu wordt voortgebouwd.
Er zijn mensen die beweren dat dit alleen op de apóstelen slaat. Dat God vandaag de dag geen wonderen verricht. Dat dit alleen voor de tijd van de apostelen was.
Maar het woord van God is duidelijk. Lees 1 Korintiërs hoofdstuk 12.
Het is zeker waar dat er in onze tijd heel veel valse leer, valse apóstelen en profeten zijn. Maar dat houdt niet in dat God niet nog steeds zijn gaven aan zijn gemeente uitdeelt.
Dit zal Hij blijven doen tot de wederkomst van onze Heer en Zaligmaker Jezus Christus.
Zijn gebod blijft: “wordt vervuld met den Geest;” Efeziërs 5:18